Digitale handtekeningen zetten: dat klinkt leuk, maar mag het wel? Hoe ziet de wetgeving rondom elektronische handtekeningen eruit in Nederland? De belangrijkste zaken om rekening mee te houden lees je hier.

In Nederland is de wetgeving rondom elektronische handtekeningen sinds 21 mei 2003 vastgelegd in artikel 3:15a van het Burgerlijk Wetboek. Vanaf 1 juli 2016 geldt de nieuwe Europese verordening 910/2014, waarbij de wijzigingen voortvloeiend uit deze Europese verordening zijn doorgevoerd in het Nederlandse recht. 

In gewone-mensen-taal houdt dit in dat elektronische (digitale) handtekeningen sinds 2003 al een juridisch geldige status hebben in Nederland. Sindsdien is die geldigheid (ook) Europees geregeld.

Wetsartikel

Rechtspraak speelt ook een belangrijke rol in de praktijk, vooral wat betreft de vraag welk soort digitale handtekening gebruikt moet worden. Bijvoorbeeld bij een arbeidsovereenkomst waar de wet een schriftelijkheidsvereiste bevat. De rechter heeft bepaald dat dit vereiste ook is voldaan met een (geavanceerde) digitale handtekening, mits deze op de juiste manier is toegepast. Dit geldt ook voor rechterlijke uitspraken in de publieke sector.

Het wetsartikel dat de juridische status in het Nederlandse burgerlijk wetboek regelt, stelt de volgende eisen aan een digitale handtekening:

  • 2a. zij is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden 
  • 2b. zij maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren
  • 2c. zij komt tot stand met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden
  • 2d. zij is op zodanige wijze aan het elektronisch bestand waarop zij betrekking heeft verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord  
  • 2e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel ss, van de Telecommunicatiewet (in artikel 1.1, onderdeel ss, van de Telecommunicatiewet staat: ‘certificaat: elektronische bevestiging die gegevens voor het verifiëren van een elektronische handtekening met een bepaalde persoon verbindt en de identiteit van die persoon bevestigt’)
  • 2f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet (in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet staat: ‘middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen te implementeren’). 

Zekerheid

De juridische status van de digitale handtekening op Europees niveau is belangrijk, omdat die je de zekerheid geeft dat je met vertrouwen kunt inzetten op het digitaal ondertekenen van documenten. Je hoeft je geen zorgen te maken dat wetgeving vanaf het ene op het andere moment wijzigt, waardoor je mogelijk juridische uitdagingen voor je kiezen krijgt.

Hoewel een digitale handtekening dus net zo rechtsgeldig is als een traditionele, ‘natte’ handtekening, moet je wel aannemelijk kunnen maken dat een digitale handtekening ook is gezet door degene wiens naam in het document staat. Dat kun je bij Signly doen door middel van handige verificatiemethodes. Je hebt er dan zelf geen omkijken naar.

Rechtspraak

Rechtspraak speelt ook een belangrijke rol bij de juridische status van digitale handtekening, vooral wat betreft de vraag welk soort digitale handtekening in welke situatie gebruikt moet worden.

Een voorbeeld hiervan is de arbeidsovereenkomst, waar de wet een schriftelijkheidsvereiste bevat. De rechter heeft bepaald dat aan dit vereiste ook wordt voldaan met een (geavanceerde) digitale handtekening, mits deze op de juiste manier is toegepast.

Vragen of opmerkingen over verificatiemethodes of de juridische status van digitale handtekeningen? Neem contact met ons op of bekijk de veelgestelde vragen

Gratis uitproberen?

Vrijblijvend onze digitale handtekening uitproberen? Maak een account aan en ontvang gelijk 10 credits om een ondertekening te starten! 

Account aanmaken